Het Singer Museum in Laren pakte begin dit jaar uit met een fantastische tentoonstelling over Leo Gestel. Deze keer is het kleiner en bescheidener. Zeventig werken uit het Gentse Museum voor Schone Kunsten. In zes zalen wordt de bezoeker chronologisch door de klassiek moderne kunst geleid (1880-1960). Met bekende én minder bekende Belgische kunstenaars. Aangevuld met een paar schilderijen van Nederlandse tijdgenoten, zoals Sluijters, Toorop en Willink. Een aardige introductie in de Belgische avant-garde kunst. Maar de charme van de tentoonstelling ligt vooral in die enkele pareltjes die er te zien zijn. Een Zonnige dag van de luminist Emile Claus. Hoe het licht door de bladeren op het wasmeisje valt! Prachtig! De spottende tekeningen van James Ensor doen de kunstliefhebber altijd glimlachen. Een beetje luguber is de aquarel Pierrot en het Skelet in gele toga. Van een sobere schoonheid is het liggende naakt met de witte lelie, Louisa, van Leon de Smet. En het is moeilijk de blik weg te houden van de dromerige vrouwenfiguren in De Trap van Paul Delvaux. Mijn favoriet is Christus in de woestijn van Gustave van de Woestyne. Het grote schilderij wordt bijna helemaal gevuld met het in een paar kleurschakeringen weergegeven woestijnzand. Toch valt het oog meteen op het strakke gezicht met het donkere, sluike haar. De kop lijkt in al zijn lelijkheid wel te stralen. De verwrongen handen versterken de vroomheid nog eens. Een meesterwerk! De eerste vier afbeeldingen zijn details .
Belgische pareltjes in Singer Laren
Advertenties