Vrel, voorloper van Vermeer

Het Mauritshuis in Den Haag heeft een 17de-eeuwse schilder herontdekt. Dertien schilderijen van Jacobus Vrel zijn er te zien: verstilde interieur, straatjes en een landschap met figuren. Ze komen uit het Rijksmuseum in Amsterdam, Lille, Antwerpen, Brussel, Parijs, Hamburg, Wenen en Detroit. Een raadselachtige schilder. We weten zo goed als niets van Vrel. Zo’n vijftig schilderijen zijn van hem bekend. Sommige werken werden in de negentiende eeuw toegeschreven aan Johannes Vermeer of aan Pieter de Hooch. Maar uit recent dendrochronologisch onderzoek, naar de jaarringen op de houten panelen, blijkt dat hij een voorloper is van Vermeer. Eén schilderij is gedateerd met het jaartal 1654. Zijn handelskenmerk is de manier waarop hij zijn schilderijen signeerde. Op een wit papiertje op de voorgrond. Hij signeerde op verschillende manieren, met J.V. , JVrel, en een keertjes met zijn hele naam Jacobus Vreelle. Deze Duitse spelling wijst mogelijk op een verblijf in de grensregio met Duitsland. Misschien kwam hij uit het oosten van het land. De gebouwen in het Straatje met een bakkerij bij een stadsmuur lijken op de 17de-eeuwse Waterstraat in Zwolle. De figuren in de interieurs, meestal dienstmeiden, zijn vaak op de rug te zien. Hij veranderde ook regelmatig details in zijn werken. Zo is in het Straatje met een vrouw op een bank een meisje bij de vrouw uiteindelijk weggelaten. En in een Interieur met een lezende oude vrouw was haar gezicht eerst en profiel weergegeven en is de bontmuts later toegevoegd. Hij is lang niet zo goed als Vermeer. De figuren zijn minder sprekend en Vrel had moeite met het perspectief. Maar de kleine tentoonstelling is toch een echte aanrader. Zeker voor de liefhebbers van Vermeer.

Vrel, voorloper van Vermeer

Parels van Johannes Vermeer

Een unieke tentoonstelling in het Rijksmuseum in Amsterdam. Nog nooit eerder waren er zoveel schilderijen van Johannes Vermeer (1632-1675) in één keer te zien, namelijk 27. Het bewaarde oeuvre van Vermeer bestaat uit 37 werken. De expositie is thematisch opgezet in de hele Philipsvleugel. Het was er erg druk, maar toch was daardoor alles goed te bekijken. De Vermeers komen onder meer uit Berlijn, Dresden, Dublin, Parijs, Londen, New York en Tokio. Hij begon als schilder van grote religieuze werken, maar specialiseerde zich door de invloed van Pieter de Hooch op kleinere interieurstukken met vooral vrouwen. Fenomenaal is de weergave van het licht, dat meestal van links komt. Wat meteen opvalt is dat de vier werken uit de eigen collectie van het Rijksmuseum, Het Straatje, De Liefdesbrief, Brieflezende vrouw in blauw en het Melkmeisje tot de absolute top behoren. Samen met het Gezicht op Delft en het Meisje met de parel (dat weer terug was naar de Hofstad) uit het Mauritshuis. De meeste buitenlandse werken had ik nog niet eerder gezien. Hiervan waren de Vrouw met de parelsnoer, Drinkende Dame met een heer, de Vrouw die een brief schrijft met haar meid en de Jonge vrouw staande bij een klavecimbel de mooiste. Die laatste is een absoluut hoogtepunt. Versobering en zuiverheid zijn hier perfect uitgevoerd. Opvallend waren ook de vier kleine tronies, waaronder de Kantwerkster. Het Meisje met de rode hoed en het Meisje met de fluit zijn als enige schilderijen op paneel geschilderd. Lange tijd heeft men getwijfeld of het wel echte Vermeers waren. Opmerkelijk vond ik ook Brieflezend meisje bij het venster uit Dresden. In 2019 werd ontdekt dat het schilderij aan de wand van de staande Cupido later was overgeschilderd. Zo had ik het eerder gezien in de Gemäldegalerie. Inmiddels is het weer teruggebracht in de originele staat. En er waren meer leuke details te lezen bij de schilderijen. Vermeer wijzigde zelf ook vaak dingen. Zo schilderde hij op het Melkmeisje een kannenrek aan de wand uiteindelijk weg en verving hij de vuurmand op de voorgrond door Delftsblauwe tegeltjes met figuurtjes en een stoofje. Het laatste schilderij op de expositie, Allegorie op het katholieke geloof, is ook zijn minste, zoals blijkt uit de weergave van de vrouwelijke figuur en het plafond dat onaf lijkt. Theatraal is ook de slang, symbool voor de ketterij, die verpletterd wordt onder een baksteen. De kunsthandel van Vermeer was door het Rampjaar van 1672 zo goed als stil komen te liggen, de elf kinderen (vier van de vijftien waren jong gestorven) vormden een grote belasting en hij had schulden en een gebrek aan inkomsten. Hij stierf een week na Sinterklaas in 1675 binnen anderhalve dag op 43-jarige leeftijd.

Vermeer

Topwerken uit Frick Collection

In het Mauritshuis in Den Haag zijn tien Hollandse zeventiende-eeuwse topwerken te zien uit The Frick Collection. Schilderijen uit de beroemde kunstcollectie van de Amerikaanse cokesfabrikant en mecenas Henry Clay Frick (1849-1919) uit New York waren eerder ook al in 2015 te zien. Zijn vroegere woonhuis aan de Fifth Avenue nabij het Central Park werd na zijn dood een museum en wordt op dit moment gerestaureerd. Maar deze tien schilderijen zijn al honderd jaar niet meer in Europa te zien geweest. Een kleine maar unieke tentoonstelling. Landschappen, genrestukken en portretten. Onder meer De soldaat en het lachende meisje van Johannes Vermeer, met op de achtergrond een gedraaide kaart van Holland. Een subliem Rivierlandschap met herder en vijf koeien van Aelbert Cuijp met dat prachtige licht en felle kleuren. Een portret van een man van Frans Hals. Let vooral op de brede toetsen witte verf op het overhemd, de kraag en de manchetten. Een oude vrouw met bijbel is zeer realistisch weergegeven met rimpels in het voorhoofd en smeer onder een nagel. Frick kocht het als een Rembrandt, maar het bleek, zoals de toenmalige directeur van het Mauritshuis Abraham Bredius al had gezien, van diens leerling Carel van der Pluym. En als absolute uitsmijter het zelfportret van Rembrandt. Hij heeft zich afgebeeld als een gevierde schilder in zestiende-eeuwse kostbare goudkleurige kledij en maakte het schilderij in 1658 nadat hij failliet was verklaard. Zijn meest imponerende en ook grootste zelfportret.

Manhattan Masters – Rembrandt and Friends from the Frick NYC